De dienstinstellingen handmatig intoetsen
1. Druk op
Menu
en selecteer achtereenvolgens
Diensten
,
Instellingen
en
Instellingen verbinding
.
2. Selecteer
Actieve dienstinstellingen
.
3. Ga naar de verbindingsset die u wilt activeren en druk op
Activeren
.
U moet de verbindingsset activeren waarin u de dienstinstellingen wilt opslaan. Een verbindingsset
is een verzameling instellingen die nodig zijn om verbinding te maken met een dienst.
4. Selecteer
Actieve dienstinst. bewerken
.
Selecteer de instellingen een voor een en configureer ze volgens de aanwijzingen die u van de
netwerkoperator of serviceprovider hebt ontvangen.
•
Naam set instellingen
- toets een nieuwe naam in voor de verbindingset.
•
Homepage
- toets het homepage-adres (startpagina) van de gewenste dienst in en druk op
voor een punt.
•
Sessiemodus
- selecteer
Doorlopend
of
Tijdelijk
.
Copyright
© 2004 Nokia. All rights reserved.
De
men
u
’s gebruiken
104
De
men
u
’s gebruiken
•
Verbinding beveiligen
- selecteer
Aan
of
Uit
.
Als de verbindingsbeveiliging is ingesteld op
Aan
, probeert de telefoon een beveiligde verbinding
te gebruiken voor toegang tot de dienst. Als er geen beveiligde verbinding beschikbaar is, wordt
geen verbinding gemaakt. Als u toch verbinding wilt maken met een onbeveiligde lijn, moet u de
verbindingsbeveiliging uitschakelen (
Uit
).
•
Gegevensdrager
- selecteer
GSM-gegevens
of
GPRS
. Zie Instellingen als GSM-gegevens de
geselecteerde gegevensdrager is en Instellingen als GPRS de geselecteerde gegevensdrager is
hieronder voor instellingen voor de geselecteerde drager.
Neem contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider voor informatie over de tarieven,
verbindingssnelheid en andere gegevens.
Instellingen als GSM-gegevens de geselecteerde gegevensdrager is
•
Inbelnummer
- toets het telefoonnummer in.
•
IP-adres
- toets het adres in en druk op
voor een punt.
•
Verificatietype
- selecteer
Beveiligd
of
Normaal
.
•
Type gegevensoproep
- selecteer
Analoog
of
ISDN
.
•
Snelheid gegevensoproep
- selecteer de gewenste snelheid of selecteer
Automatisch
. De optie
Automatisch
is uitsluitend beschikbaar als het huidige type dataoproep
Analoog
is. De
daadwerkelijke snelheid van de dataoproep is afhankelijk van de serviceprovider.
•
Login-type
- selecteer
Handmatig
of
Automatisch
.
•
Gebruikersnaam
- toets de gebruikersnaam in.
•
Wachtwoord
- toets het wachtwoord in.
Instellingen als GPRS de geselecteerde gegevensdrager is
Copyright
© 2004 Nokia. All rights reserved.
De
men
u
’s gebruiken
105
De
men
u
’s gebruiken
•
GPRS-verbinding
- selecteer
Wanneer nodig
of
Altijd online
.
•
GPRS- toegangspunt
- toets de naam van het toegangspunt in.
De naam van een toegangspunt is nodig om een verbinding met een GPRS-netwerk tot stand te
brengen. U kunt de naam van het toegangspunt verkrijgen bij de netwerkoperator of
serviceprovider.
•
IP-adres
- toets het adres in en druk op
voor een punt. U kunt het IP-adres verkrijgen bij de
netwerkoperator of serviceprovider.
•
Verificatietype
- selecteer
Beveiligd
of
Normaal
.
•
Login-type
- selecteer
Handmatig
of
Automatisch
. Als u
Automatisch
selecteert, worden voor
het login-type de gebruikersnaam en het wachtwoord uit de volgende instellingen gebruikt. Als
u
Handmatig
selecteert, moeten de login-gegevens worden opgegeven bij het tot stand brengen
van een verbinding.
•
Gebruikersnaam
- toets de gebruikersnaam in.
•
Wachtwoord
- toets het wachtwoord in.